Klaaske Bosma-Koonstra – Geloofsvol, humoristisch en strijdlustig tot het einde

Op donderdag 20 juli 2023 komen familie en vrienden samen om afscheid te nemen van een door velen geliefde zuster: Klaaske Bosma.

Op de rouwkaart staan de woorden uit 1 Korinthe 15 vers 55; “Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel?” Dit Schriftwoord uit de Bijbel is een persoonlijk getuigenis van zuster Bosma. En het is, zoals David Nooitgedagt tijdens de uitvaartdienst benadrukt, een ware triomfkreet geworden. De macht van de zonde (de prikkel van de dood), is verbroken en machteloos geworden door de trouw van zuster Bosma aan haar Hemelse Bruidegom. Ze heeft ervoor gekozen om in de verzoeking te lijden en ook uit te lijden. Hebreeën 2 vers 18.  Daardoor is het leven van Jezus steeds meer in haar sterfelijk leven naar voren gekomen. Het gevolg daarvan is dat  haar sterfbed geen zwaarmoedig en triest sterfbed was, maar een stralend ‘levensbed’.

Klaaske wordt geboren op 3 maart 1932 in Leeuwarden. Ze heeft geen makkelijke kindertijd. Als oudste uit een gezin van 7 kinderen moet ze al jong veel verantwoordelijkheid dragen. Op 14 mei 1957 trouwt ze met Minne Bosma en ze gaan samen in IJmuiden wonen. Ze krijgen 12 kinderen. In 1966 komen ze via de familie Blom in contact met de gemeente. Klaaske bidt of God haar wil bevestigen en krijgt Hebreeën 2 vers 14. Nu is het klaar en helder voor haar dat ze thuishoort in de gemeente waar deze leer wordt verkondigd.

Vanaf die tijd staan God en de gemeente op de eerste plek bij Minne en Klaaske. Ze reizen elke zomer met het hele gezin naar de conferentie in Brunstad in Noorwegen en maken daar feestreizen van. Hun deur staat altijd open voor vrienden van heinde en ver en iedereen ontmoet oprechte warmte en hartelijkheid.

Een leeuwin tegen de zonde

De kinderen getuigen allemaal van een warme, goede kindertijd maar zijn ook getuige van de strijd die hun moeder voert. Klaaske is een ‘aanpakker’ en heeft een opgewekt karakter maar als de stormen over het gezin gaan weet ze dat ze het met deze menselijke kwaliteiten niet redt en dat ze hulp nodig heeft uit Gods Woord. Die zoekt én vindt ze dan ook en daarvan getuigt ze vrijmoedig tegenover haar kinderen en de mensen die om haar heen staan. Zelf noemt ze haar karakter niet één van de makkelijkste; ze neemt geen blad voor de mond, heeft een harde stem en is niet bang om deze te gebruiken. Dit wordt haar niet altijd in dank afgenomen. Maar door de jaren heen heeft God haar gevormd tot een persoonlijkheid in God, die een stille en zachtmoedige geest heeft naar God toe en naar buiten toe een strijder is als het erop aankomt.

Eén van de kinderen noemt zijn moeder een leeuwin als het gaat om de strijd die ze voor haar kinderen en kleinkinderen voert. Ze heeft een onvermoeibare en levendige belangstelling voor hen allemaal en is niet bang om te vermanen. “Breng je pakketje maar naar Boven,” zegt ze tegen de één en tegen de ander: “God wil niet in ijdelheid wonen en in bedrog”. Ze haat ongeloof en huichelarij. Onverbiddelijk is ze tegen elke vorm van zonde, maar ze is mild en vol bemoediging voor diegenen die het moeilijk hebben. Ze gelooft in de kracht van het kruis en zingt daarvan uit volle borst in de keuken als ze in de strijd staat. “Mama zong altijd als ze in strijd was,” zegt één van de kinderen. ‘En ze zong veel en vaak…’

Dankbaarheid overheerst

Als Klaaske door corona ernstig ziek wordt, lijkt het of God haar thuis wil halen. Toch knapt ze weer op. De jaren daarna wordt haar lichaam langzamerhand minder, waardoor ze niet zoveel kracht meer heeft, maar er is dankbaarheid. “Jullie zorgen zo goed voor mij, ik lijk wel een koningin!” zegt ze regelmatig tegen haar twee dochters bij wie ze de laatste maanden van haar leven woont.

In een groet aan het eind van haar leven zegt ze vrijmoedig:

“Mijn levensloop was nooit te zwaar. Mijn vertrouwen was op de Heere en ik ben nooit beschaamd, heb nooit boven vermogen gekregen. De zogenaamde moeilijkheden brachten voor mij eeuwig leven mede. Er is ondanks dat ik nog tekorten zie, een vreugde in mijn hart en een verlangen om Jezus te mogen zien en Hem te danken voor dat ik door zijn lijden tot heerlijkheid mocht komen.”

Die heerlijkheid is eeuwig leven en daardoor blijft ze, ondanks de moeite en pijn die ze in haar leven heeft meegemaakt, bewaard voor bitterheid en kan ze tot het einde uitdelen van de schat aan goedheid die ze in haar binnenste verzameld heeft.

Tijdens het verstrijken van de dag van het afscheid, als er een stroom van oprechte woorden van dankbaarheid van de kinderen en kleinkinderen naar voren komt, is het duidelijk dat de fakkel van het geloof doorgegeven is aan de volgende generatie. Deze geloofsgeest zal tot zegen zijn en blijven voor de hele gemeente. Daarbij is er geen twijfel aan dat Klaaske buiten de begrenzing van haar aardse lichaam zal blijven doorwerken en doorbidden, samen met de heiligen die de voleinding al bereikt hebben. Hebreeën 12 vers 23.