Op 16 juni hadden we een samenkomst voor de hele gemeente, waarin zes ouderparen hun jongste kinderen lieten opdragen. Dat betekent dat we in gebed God om een zegen vragen voor de kinderen, zoals Jezus toen Hij op aarde was de kinderen de handen oplegde en hen zegende. Jezus houdt intens veel van elk kind en zei: verhindert ze niet, want voor hen is het Koninkrijk van God.
Onze kinderen
Aan het begin van de samenkomst zingt een groep kinderen een lied voor ons als gemeente. Daarna mogen ze meteen vooraan rondom het podium blijven, omdat voorganger David zes ouderparen uitnodigt om met hun jongste kind naar voren te komen. Zij willen graag hun kind aan God laten opdragen. Met de hele gemeente zingen we traditiegetrouw het eerste vers van een lied waarmee we het kind welkom heten (zie onderaan). David neemt de kleine kinderen om de beurt op de arm. Hij noemt ze elk bij hun naam en laat zo de gemeente met het jonge kind kennismaken. Hij bidt voor het kind en voor de ouders en legt een hand op het hoofdje om de zegen van God in de naam van Jezus voor het kind te vragen. Daarna zingen we het tweede couplet van het welkomstlied, dat tegelijk ook een gebed om zegen is.
Het is altijd een ontroerend moment, waarop we als gemeente beseffen dat we er voor elkaar en voor elkaars kinderen zullen zijn, en liefdevol met hen zullen omgaan in woord en daad. En doorgaan met voor ze te bidden. Niet alleen als ze klein zijn, maar ook tijdens het opgroeien, als ze pubers en adolescenten worden.
Jezus zegent de kinderen
Het opdragen van de kinderen is een traditie die geïnspireerd is door het Marcusevangelie. In Marcus 10 vers 13 tot en met 16 staat: “En ze brachten kinderen bij Hem, opdat Hij hen zou aanraken, maar de discipelen bestraften degenen die hen bij Hem brachten. Maar toen Jezus dat zag, nam Hij het hun zeer kwalijk en zei tegen hen: Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor hen is het Koninkrijk van God. En Hij omarmde hen, legde de handen op hen en zegende hen.”
Als gemeente kinderen “omarmen en zegenen”
Wij geloven dat het Koninkrijk der hemelen aan de kinderen toebehoort en dat kinderen van God zijn. Kinderen zijn kostbaar in Gods ogen, en ook in de ogen van hun ouders die geloof in God hebben gehad om in deze wereld hun kinderen van God te ontvangen. Maar zij weten zich ook afhankelijk van God en van de hulp die zij kunnen krijgen van God en van de gemeente.
Door in het midden van de gemeente hun kinderen aan God op te dragen zeggen de ouders: wij willen onze kinderen in heiligheid en reinheid opvoeden, hun helpen en hun alles geven om in verbinding met de hemel te komen. We willen ze een goed fundament voor hun leven meegeven, ongeacht wat ze later kiezen in hun leven. Zodat ze terug kunnen kijken op een fijne en onbezorgde kindertijd en waarden hebben meegekregen waar ze de rest van hun leven nut van hebben. En daar hebben wij Gods zegen voor nodig.
Verantwoordelijkheid
De opvoeding van een kind is allereerst de verantwoordelijkheid van de ouders zelf, maar we zijn ook aan elkaar gegeven als voorbidders en om elkaar tot hulp en steun te zijn.
Dat kwam ook naar voren tijdens de samenkomst van 16 juni: de Bijbel spreekt erover dat we leden zijn van elkaar (Romeinen 12 vers 5). We delen de verantwoordelijkheid om op elkaars welzijn te letten, elkaar op het hart te dragen, hulp te bieden als bijvoorbeeld iemand ziek is of iets nodig heeft. We hoeven nooit gering te denken over hetgeen we voor elkaar kunnen betekenen. Zelfs een glimlach kan al veel goeds doen. We worden aangemoedigd om op onze gedachten te letten: denk met liefde en respect aan elkaar, bid voor elkaar. Degenen die een zichtbare taak hebben zijn niet belangrijker dan zij die in het verborgen precies doen wat nodig is, zonder dat iedereen het ziet.
Zoals een lichaam veel verschillende onderdelen heeft en aangestuurd wordt door één hoofd, zo kunnen wij ook elkaars leden zijn in verbinding met Christus als hoofd van Zijn gemeente. Iedereen kan in zijn eigen omstandigheden iets doen ten goede. Met deze houding zijn we elkaar en onze kinderen tot zegen.
Ouders aan het woord
Vincent en Heleen zijn ouders van vier kinderen en lieten tijdens deze gemeentedag hun jongste zoon Rune opdragen.
Wat betekent het voor jullie dat jullie kinderen in de gemeente zijn opgedragen?
Vincent: “We ervaren dat de warmte en de zorg van de hele gemeente om ons als gezin heen staan, en dat Jezus extra naar de kinderen omkijkt. We staan er dus niet alleen voor.”
Hoe ervaren jullie Gods hulp in het werken met en de opvoeding van jullie kinderen?
Vincent: “Als je opvoedt kom je er snel achter dat je zelf niet alle wijsheid hebt: waar moet ik duidelijke grenzen stellen, waar kan ik mijn kind ruimte geven, op welke toon praat ik met mijn kinderen? Alleen krijg je de opvoeding niet voor elkaar, maar wél met Gods hulp en kracht.”
Hoe ervaren jullie de hulp en ondersteuning vanuit de gemeente en het kinderwerk?
Heleen: “Ik ben dankbaar voor de Bijbelse boodschap die onze kinderen bij het kinderwerk en op de clubs horen, de Bijbelse geschiedenissen worden hen zo duidelijk gemaakt. Ze komen er altijd zo blij weer van terug. Ik merk dat het een goede uitwerking heeft op onze kinderen.”
Het welkomstlied
“Wees welkom als gast op aarde,
door God gezegend kind.
Wees welkom op de aardse loopbaan,
nu ook jouw leven begint.
Dat jij hier op mag groeien
tot moeders steun en eer,
tot vaders blijdschap en vreugde,
in vreze voor de Heer.
Moge God aan Zijn hand je leiden,
je zegenen dag aan dag.
Dat jij, naar Zijn welbehagen,
veel vruchten dragen mag.
Moge Christus’ Geest je vervullen,
zodat heel je leven wordt:
een voorbeeld voor je naaste
en een loflied ter ere van God.”
Wegen van de Heer 158 “Wees welkom als gast op aarde”
Geschreven door Olga Olsen in 1914
Gecomponeerd door Sophie Dedekam